Thema
schooljaar 2024 - 2025
9 september t.e.m 27 september: De kleuren van de regenboog
30 september t.e.m 11 oktober: Doos vol gevoelens (blij, bang, boos, verdrietig)
14 oktober t.e.m 25 oktober: Goudlokje en de 3 beren
4 november t.e.m 22 november: Eten en drinken
25 november t.e.m 6 december: In de bakkerij van de Sint
9 december t.e.m 20 december: Een bloem voor mama en papa
27 januari t.e.m 14 februari: Mijn familie
17 februari t.e.m 28 februari:
10 maart t.e.m 4 april: Maya de bij - lente en bloemen
22 april t.e.m 9 mei: Moederdag
12 mei t.e.m 23 mei: De dieren in de dierentuin - De leeuwenkoning
26 mei t.e.m 6 juni: Vaderdag
10 juni t.e.m 30 juni:
******************************
schooljaar 2023 - 2024
1 september t.e.m 15 september: Iedereen is anders Woordenschatboekje naar de nieuwe klas
Woordenschat: juf Ilse, juf Kimberly, juf Anneleen, juf Nele, juf Lien, juf Larissa, juf Heleen, meester Nico, juf Veerle, directeur Chris, directeur Stijn, de boekentas, de agenda, het potlood, het kleurpotlood, de balpen, de stift, de lijm, de klas, de kring, de speeltijd, het toilet, goeiemorgen, vandaag, gisteren, morgen, spelen, zingen, tellen, werken.
18 september t.e.m 22 september: Ik en jij Woordenschatboekje Ik en jij
Woordenschat: kijken (in de spiegel), ademen, blazen, ja knikken, nee schudden, gezichten trekken, zwaaien, de voorkant <-> de achterkant, de spiegel, het haar (de haren), het hoofd, de borst, de buik, de rug, de schouder, de arm, de elleboog, de hand, de duim, de pink, het been, de knie, de voet, de teen, de nek, de hals, het lijf = het lichaam, het gezicht, de wang, de kin, de wimper, de wenkbrauw, de mond, de lip, de tand, de adem, de huid, blauw, bruin, zwart, groen, groot <-> klein, groot - groter - grootst, klein - kleiner kleinst
25 september t.e.m 6 oktober: Huisdieren Woordenschatboekje ik wil een huisdier
Woordenschat: blaffen, grommen, miauwen, aaien, knuffelen, bijten, borstelen, voeren, zorgen voor ..., de hond, de kat = de poes, de kater, de kitten, het konijn, de cavia, de hamster, de vogel, de papegaai, de achterpoot <-> de voorpoot, het (konijnen/honden/… hok), de snorharen, de vacht, de mand, het vogelnest, zacht <-> hard, rommelig <-> netjes, in <-> uit, op <-> onder
9 oktober t.e.m 27 oktober: Roodkapje Woordenschatboekje 'Roodkapje'
Woordenschat: wonen - zij woont, op weg, plukken, rennen - lopen, naaien, het sprookjesboek, Roodkapje, Oma, Mama, Papa, het mandje - de mand, de koekjes - de koek, de wijn, de fles, de appeltjes - de appel, de wolf, de jager - de boswachter, de eekhoorn, de egel, de uil, de bloemen, de bos bloemen ≠ het bos, het huis, het slaapkleed, de keuken, de vaas, de buik, de put, blij, bang - schrik hebben, vol <-> leeg, wakker <-> slapen, groot <-> klein, in bed <-> uit bed, binnen <-> buiten, zwaar <-> licht
6 november t.e.m 24 november: De brandweer Woordenschatboekje 'Ik wil bij de brandweer'
Woordenschat: de brandweer, de brandweerman, de brandweervrouw, de brand, de kazerne, de brandweerauto, de brandslang, het zwaailicht, het brandalarm, de alarmbel, de brandblusser, de brandkraan, de rookmelder, de helm, de laarzen, het zuurstofmasker, de bijl, de zaklamp, het touw, de handschoenen, de ladder, het blusvliegtuig, de vlam, de rook, blussen, branden, instorten, redden, elkaar helpen, dapper <-> angstig, veilig <-> gevaarlijk,
27 november t.e.m 8 december: Sint Woordenschatboekje De Sint
Woordenschat: de sint, de roetpiet, de zwarte piet, het paard, de mijter, de staf, de handschoen, de ring, het boek, de baard, de snor, de muts, de veer, de zak, het snoep, de boot, het dak, de schoorsteen, de haard, de schoen, de brief, de wortel, de chocolade, het speelgoed, de bal, de pop, het poppenhuis, het boek, het blok, de auto, jong <-> oud, spelen, zingen, bakken, proeven.
11 december t.e.m 22 december: Kerst en nieuw
Inoefenen van de nieuwjaarsbrief
8 januari t.e.m 9 februari: Sterren en planeten en het droomschip Woordenschatboekje sterren en planeten
Woordenschat: de zon, de maan, de ster, de wolk, de raket, de planeet, de ruimte, het avontuur, de aarde, de wereld, mars, venus, de melkweg, het heelal, de satelliet, de lancering, de astronaut, het ruimtewezen, het ruimteschip, de meteoriet, de telescoop, sterk <-> slap, (om)hoog <-> (om)laag, dichtbij <-> ver weg, langzaam <-> snel, licht <-> donker, triest, de knuffel, humor, stoer, vliegen, landen, dalen, ontdekken, wegvliegen, durven, zweven, zien en kijken.
19 februari t.e.m 8 maart: Dinosaurussen Woordenschatboekje dinosaurussen
Woordenschat: de dinosaurus, de kop, de nek, de staart, de tanden, de klauwen, de poten - de pootafdruk,
de schedel, het skelet, de botten, de stekels, de hoorns, de kraag ≠ de kraag (kleding), de schubben, het ei, het nest, het fossiel, de vulkaan
11 maart t.e.m 29 maart: Pudding Tarzan en sport Woordenschatboekje sporten is gezond
Woordenschat: sporten, de sportkleren, turnen, de turnles, de bok, de plint, de (val)mat, voetballen, de voetbal, de voetbalgoal, de voetbalschoen, de voetbalhandschoen, de voetbalwedstrijd, de dansles, de dansschoen, de danszaal, ballet dansen, de balletschoen, het balletpak, zwemmen, het zwembad, het zwempak, het zwempak = het badpak, de bikini, de zwembroek, diep <->ondiep, drijven <-> zinken, basketballen, de basketbal, tennis, de tennisbal, de tennisraket, de medaille, de beker, het podium, winnen <-> verliezen, eerste, tweede, derde, sterk <-> slap, voorzichtig, atletiek, judo, zweten, plezier hebben
15 april t.e.m 8 mei: Ridders en prinsessen en een hart voor mama Woordenschatboekje ridders en prinsessen
Woordenschat: paardrijden, vechten, de ridder, de prins / de edelman, de prinses / de edelvrouw, het paard, het kasteel, de kantelen, de (ophaal)brug, de gracht, de poort, de muur, het binnenplein, de put, de draak, het zwaard, de pijl en de boog, de boogschutter, het schild, het harnas, de helm, de lans, de katapult, het kanon, de kroon, de juwelen, de toren, de vlag, de troon, hoog <-> laag, deftig
13 mei t.e.m 7 juni: Moestuin en vaderdag Woordenschatboekje de moestuin
Woordenschat: de (moes)tuin, de kruiwagen, de aarde, de potgrond, het schepje, de hark, de gieter, de tuinslang, de bloem, de vrucht, de knop, de steel, de wortel, het zaadje, het tuincentrum, de bloempot, de handschoenen, de emmer, de laarzen, de overall, donkergroen <-> lichtgroen, zaaien, planten, verzorgen, groeien, oogsten, sproeien
10 juni t.e.m 28 juni: De politie Woordenschatboekje de politie
Woordenschat: de politie, de politieagent, de verkeersagent, de boef, de handboeien, de gevangenis, de cel, de revolver, de kogel, de knuppel, de walkie talkie, de politieauto, de politiemoto, de vingerafdruk, de badge, het politiekantoor, de politiehond, de politiepet, stelen, liegen, vluchten, opsluiten, ontsnappen, stelen, vrij <-> gevangen, eerlijk<-> vals
***********************************
schooljaar 2022 - 2023
1 september t.e.m 16 september: Welkom in de nieuwe klas Woordenschatboekje naar school
Woordenschat: de boekentas, de klas, turnen, zingen, zwemmen, vertellen, luisteren, schilderen, spelen, de speeltijd, de kring, fruit eten, koek eten, werken, Jaysin, Vince, Willy, Qamar, Emma, Charles, Rachelle, Lars, Ilse, ...
19 september t.e.m 7 oktober: Het kleurenmonster. Het monster is in de war. Hij voelt zich blij, verdrietig, boos, bang en kalm. Wat is er met hem aan de hand? Woordenschatboekje het kleurenmonster
Woordenschat: blij, bang, boos, verdrietig, kalm, griezelig, woedend, blauw, rood, geel, groen, zwart, roze, de fles, de hangmat, het meisje, de angst, de tranen, de gevoelens, het kleurenmonster, lachen, glimlachen, huilen, troosten, kleuren, schrikken, schoppen, bibberen, giechelen.
10 oktober t.e.m 28 oktober: Herfst in het bos Woordenschatboekje de herfst
Woordenschat: de herfst, de wolk, de regen, de plas, de paraplu, de laars, de wind, de paddestoel, de boom, de tak, het blad, de noot, de dennenappel, de kastanje, de eikel, de eekhoorn, de egel, de spin, het spinnenweb, de slak, de vos, de jas, de muts, de sjaal, de handschoen, regenen, vegen, oprapen, aandoen, uitdoen, nat, droog
7 november t.e.m 18 november: Dieren op de kinderboerderij en huisdieren Woordenschatboekje de boerderij
Woordenschat: de boerderij, de boer, de boerin, de tractor, de kruiwagen, de schop, de borstel, de ladder, de emmer, de stal, het nest, de weide, de hond, de puppy, de poes, de kitten, het konijn, de cavia, de haan, de kip, het kuiken, de gans, het paard, het veulen, de ezel, de koe, het kalf, het schaap, het lam, het varken, de big, de geit, de kop, de staart, de poot, de veer, de melk, het ei, het vlees, de wol, het gras, het hooi, aaien, knuffelen, borselen, loeien, knorren, melken, eten geven, drinken geven.
21 november t.e.m 6 december: De Sint is in het land Woordenschatboekje Sinterklaas
de sint, de roetpiet, de zwarte piet, het paard, de mijter, de staf, de handschoen, de ring, het boek, de baard, de muts, de veer, de zak, het snoep, de boot, het dak, de schoorsteen, de haard, de schoen, de brief, de wortel, de chocolade, het speelgoed, de bal, de pop, het boek, het blok, de auto, groot, klein, licht, zwaar, spelen, zingen, kloppen, bakken, proeven.
7 december t.e.m 23 december: Oud en Nieuw Woordenschatboekje Kerstmis en nieuwjaar
Kerstmis, het kerstfeest, de kerstboom, de kerstbal, de slinger, de kerstlichtjes, de kerstman, het kerstlied, de kribbe, de os, de ezel, het schaap, de ster, de kaars, de engel, de baby, de herder, de drie koningen, de kerstkaart, Nieuwjaar, de nieuwjaarsbrief, het cadeau, de strik, dik, dun, veel, weinig, minste, meeste, geboren, zingen, versieren, aansteken, branden, wachten.
9 januari t.e.m 27 januari: Ziek zijn en mijn lichaam Woordenschatboekje ziek zijn Woordenschatboekje mijn lichaam
Ziek zijn: ziek zijn, de pijn, de dokter, de afspraak, de apotheek, de stethoscoop, de dokterstas, de thermometer, de pil, de siroop, de spuit, de pleister, het mondmasker, de hoofdpijn, de buikpijn, de oorpijn, de snotneus, breed, smal, niezen, slapen, hoesten, neus snuiten.
Mijn lichaam: het lichaam, het hoofd, het oor, het oog, de neus, de mond, de lip, het haar, de rug, de buik, de hand, de arm, het been, de knie, de voet, de teen, de schouder, de elleboog, de oksel, de navel, de bips/de poep, aankleden, voelen, ruiken, proeven, horen, zien
31 januari t.e.m 17 februari: Het circus Woordenschatboekje het circus
Het circus, de circustent, de clown, het kaartje, het applaus, de leeuw, de olifant, de slang, de directeur, de muziek, het publiek, de acrobaat, de hoepel, de ladder, het touw, dansen, klappen, brullen, zorgen voor ..., wild en tam, gevaarlijk en veilig, op, bij, door.
27 februari t.e.m 13 maart: Ik ben al groot Woordenschatboekje ik ben al groot
De nacht, de sterren, de maan, de slaapkamer, het bed, het nachtlampje, het deken, de morgen, de pyjama, de knuffel, het tuutje, de droom, de enge droom, de washand, de handdoek, de zeep, de tandenborstel, de tandpasta, moe, slapen, geeuwen, snurken, dromen, aankleden, uitkleden, jas aandoen, jas uitdoen, wassen, handen wassen, tanden poetsen, mond spelen, schoenen aandoen, dag en nacht, donker en licht, open en dicht, in, op, onder, naast, achter, tussen.
20 maart t.e.m 31 maart: De kip en het ei Woordenschatboekje de kip en het ei
De kip, de haan, het kuiken, het kippenhok, het ei, het gekookt ei, het gebakken ei, het roerei, de eierdoos, de eierschaal, het paasei, de paasmand, de paastak, het nest, de boer, broeden, uitkomen, verstoppen, zoeken, vinden, kakelen.
17 april t.e.m 12 mei: Een bloem voor mama Woordenschatboekje een bloem voor mama
Mama, papa, de broer, de zus, moederdag, het cadeau, de bloem, de roos, de tulp, de paardenbloem, de plant, het blad, de aarde, de tuinslang, de gieter, de laars, de kruiwagen, de borstel, de schop, knuffelen, planten, zaaien, groeien, gieten, vuil <-> proper, lelijk<->proper.
15 mei t.e.m 9 juni: Daar zit muziek in Woordenschatboekje daar zit muziek in
De muziek, het liedje, de stem, de zanger, het geluid, het lawaai, de trommel, de fluit, de gitaar, de viool, de stokjes, de muziekinstrumenten, de microfoon, zingen, meezingen, fluiten, schudden, muziek maken, luid <-> stil, hard<->zacht, mooi<-> lelijk
12 juni t.e.m 30 juni: Wij zijn piraten van de zee Woordenschatboekje wij zijn piraten van de zee
de piraat, de ooglap, de verrekijker, de vlag, de schatkist, de schatkaart, de schat, de juwelen, de diamanten, de munten, de piratenboot, het anker, de mast, de loopplank, de haak, de kapitein, de matroos, de bovenkant, de binnenkant, varen, drijven, zinken, zwemmen, begraven, zoeken, vissen, goud, zilver, rechts, links, evenveel, veel <-> weinig.
***********************************
schooljaar 2021 - 2022
1 september t.e.m. 17 september : Welkom in de nieuwe klas
20 september t.e.m 15 oktober: Alle kleuren van de regenboog
18 oktober t.e.m 29 oktober: Herfst in het bos
8 november t.e.m 19 november: Mijn lichaam
22 november t.e.m 3 december: De Sint is in het land
6 december t.e.m 24 december: Licht en donker: Kerst & Nieuw
10 januari t.e.m 28 januari: Ik kleed mij warm aan (kledij)
31 januari t.e.m 18 februari: Dieren op de boerderij
21 februari t.e.m 25 februari: Confetti overal (carnaval)
7 maart t.e.m 18 maart: Vroem vroem ... tuut tuut .... (voertuigen)
21 maart t.e.m 1 april: Tok tok tok ... de kip legt een ei
19 april t.e.m 6 mei: Lente en moederdag
9 mei t.e.m 25 mei: Fruit en groenten
30 mei t.e.m 10 juni: Mijn familie en vaderdag
13 juni t.e.m 30 juni: Onderwaterwereld
*******************************
schooljaar 2020 - 2021
1 september t.e.m. 18 september : Welkom in de nieuwe klas
21 september t.e.m. 16 oktober : Huisdieren
19 oktober t.e.m. 30 oktober: Dieren in het bos
16 november t.e.m. 4 december: De Sint is in het land
7 december t.e.m. 18 december: Een lichtje voor iedereen: Kerst en Nieuw
4 januari t.e.m. 12 februari: Mijn lichaam en mijn zintuigen
22 februari t.e.m 12 maart: Dinosaurussen
15 maart t.e.m 19 maart: Van kip tot ei
19 april t.e.m 7 mei: Bloemen en planten voor moederdag
10 mei t.e.m 19 mei: Paw patrol
24 mei t.e.m 11 juni: Vaderdag
14 t.e.m 30 juni: In de onderwaterwereld
Reacties
Een reactie posten